Blog

Fiscale eenheid in de btw

Ondernemers voor de btw kunnen onder voorwaarden worden aangemerkt als fiscale eenheid. Bij een fiscale eenheid worden meerdere ondernemers samen gezien als 1 ondernemer voor de btw. Als u een fiscale eenheid vormt, heeft dit dus gevolgen. In dit artikel leest u op hoofdlijnen over de voorwaarden voor het vormen van een fiscale eenheid in de btw. Ook gaan we in op enkele bijbehorende voor- en nadelen.

Fiscale eenheid in de btw: wat houdt het precies in?

Om gezamenlijk een fiscale eenheid in de btw te kunnen vormen, moeten de aspirant-leden voldoen aan de volgende drie cumulatieve voorwaarden, ook wel verwevenheden genoemd:

  1. Organisatorische verwevenheid: de ondernemingen staan allen onder dezelfde leiding of de leiding van de ene onderneming is feitelijk ondergeschikt aan de leiding van de andere onderneming.
  2. Financiële verwevenheid: hiervan is sprak als meer dan 50% van de aandelen van de verschillende ondernemingen in dezelfde handen zijn (direct of indirect).
  3. Economische verwevenheid: de ondernemingen moeten hetzelfde doel hebben (dezelfde klantenkring) of de ene onderneming moet – niet te verwaarlozen – aanvullende activiteiten uitoefenen voor de andere onderneming (bijvoorbeeld managementtaken).

Let op, de fiscale eenheid in de btw staat los van een eventuele fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting.

Eén ondernemer voor de btw

Om überhaupt in aanmerking te komen als onderdeel van een fiscale eenheid, moet er sprake zijn van een ondernemer voor de btw. Dat is het geval als tegen vergoeding activiteiten (prestaties) worden verricht. Als dat niet gebeurt, is er geen sprake van een btw-ondernemer en kan geen onderdeel van een fiscale eenheid worden uitgemaakt. Enige uitzondering hierop is de houdstermaatschappij die zich zonder vergoeding sturend en beleidsbepalend bezighoudt in dochtermaatschappijen. Ook die kan – alhoewel geen ondernemer voor de btw – onderdeel uitmaken van een fiscale eenheid.

Beschikking niet noodzakelijk

Een fiscale eenheid in de btw bestaat van rechtswege. Dit wil zeggen dat er een fiscale eenheid ontstaat op het moment dat aan alle voorwaarden wordt voldaan. Het is een grote misvatting dat dit actief moet worden aangevraagd bij de Belastingdienst. Ook als er geen beschikking is van de Belastingdienst, mag worden gehandeld als fiscale eenheid (niet verplicht). Daardoor hoeft bijvoorbeeld op prestaties onderling geen btw te worden berekend. Het is wel mogelijk om een beschikking voor de fiscale eenheid aan te vragen. Dat kan bijvoorbeeld raadzaam zijn als het bestaan van de fiscale eenheid onzeker is. Dit heeft echter wel gevolgen voor de aansprakelijkheid.

Let op: de Belastingdienst kan ook uit zichzelf (ambtshalve) besluiten een beschikking af te geven voor het bestaan van de fiscale eenheid. Daartegen kan bezwaar worden gemaakt. Maar als aan de voorwaarden voor een fiscale eenheid wordt voldaan, zal het bezwaar worden afgewezen.

Fiscale Eenheid Btw

De gevolgen van een fiscale eenheid

Het bestaan van een fiscale eenheid in de btw brengt zowel voor- als nadelen met zich mee.

Onderlinge prestaties

Onderlinge prestaties tussen de verschillende onderdelen van de fiscale eenheid worden genegeerd. Dat is bijvoorbeeld nuttig indien het ene onderdeel geen (volledig) aftrekrecht heeft. Bovendien hoeft de btw niet te worden voorgefinancierd door de ene onderneming en te worden teruggevraagd door de andere onderneming.

Een aangifte

In beginsel zal de Belastingdienst na afgifte van een beschikking een nieuw btw-nummer afgeven voor de fiscale eenheid. Er hoeft dan maar 1x btw-aangifte te worden gedaan voor de gehele fiscale eenheid. Indien wenselijk kan worden verzocht om voor iedere ondernemer apart aangifte te blijven doen. Ondanks het nieuwe nummer van de fiscale eenheid in de btw, moeten de verschillende ondernemers wel hun eigen btw-nummer op facturen blijven vermelden. De verschillende onderdelen moeten bij grensoverschrijdende activiteiten overigens wel apart opgave van intracommunautaire prestaties blijven doen.

Als er geen beschikking is afgegeven, zal ieder onderdeel van de fiscale eenheid zelfstandig aangifte blijven doen. Als er wel wordt gehandeld als fiscale eenheid, is het mogelijk dat een ondernemer geen omzet aangeeft (omdat er alleen interne activiteiten worden uitgevoerd), maar wel voorbelasting aftrekt. Dat betekent dat het bestaan van een fiscale eenheid in de btw eerder onder de aandacht van de Belastingdienst komt, waardoor eerder een ambtshalve beschikking kan worden verwacht. Het is overigens niet toegestaan om in die situatie alle voorbelasting bij één ondernemer aan te geven en voor de andere onderdelen van de fiscale eenheid een nihilaangifte in te dienen.

Fiscale eenheid en aansprakelijkheid

Indien er door de Belastingdienst een beschikking voor de fiscale eenheid in de btw is afgegeven, is ieder lid van de fiscale eenheid hoofdelijk aansprakelijkheid voor de btw-schulden van de fiscale eenheid als geheel. Als er dus geen onduidelijkheid over het bestaan van de fiscale eenheid bestaat, kan het wenselijk zijn geen beschikking aan te vragen. Immers, geen beschikking is geen aansprakelijkheid. De aansprakelijkheid zal overigens pas gelden vanaf de eerste dag van de maand na de maand waarin de beschikking is afgegeven (geen terugwerkende kracht).

Recht op aftrek voorbelasting

Ondernemers hebben recht op aftrek van voorbelasting als er belaste activiteiten worden verricht. Indien er (deels) vrijgestelde activiteiten worden verricht, bestaat (deels) geen recht op aftrek van voorbelasting. Bij de fiscale eenheid in de btw moet dit worden bepaald aan de hand van de verhouding van de belaste en vrijgestelde activiteiten van de fiscale eenheid als geheel. Dit kan zowel voor- als nadelig zijn. Het is dus belangrijk dit vooraf goed in kaart te brengen. Deze berekeningswijze moet worden toegepast in zowel de situatie dat er wel een beschikking is, als in de situatie dat die er niet is.

Einde van de fiscale eenheid in de btw

De fiscale eenheid in de btw eindigt van rechtswege, ofwel automatisch, als niet langer aan de verwevenheden wordt voldaan (het ontbreken van een verwevenheid is al voldoende daarvoor). Vanaf dat moment moeten onder andere onderlinge prestaties weer met btw worden gefactureerd. Het is zinloos om te verzoeken een fiscale eenheid te verbreken als nog aan alle voorwaarden wordt voldaan.

Indien een beschikking voor een fiscale eenheid is afgegeven, verbreekt deze toch van rechtswege. Echter, de hoofdelijke aansprakelijkheid loopt wel door zolang de Belastingdienst niet op de hoogte is gebracht van het verbreken van de fiscale eenheid. Het is dus belangrijk een brief te sturen als de fiscale eenheid is verbroken.

Fiscale eenheid bij faillissement

Door faillissement van een vennootschap komt de leiding in handen van de curator. Er wordt daardoor niet langer voldaan aan de organisatorische verwevenheid, waardoor de fiscale eenheid ten aanzien van de failliete vennootschap automatisch verbreekt. Alhoewel de Belastingdienst hiervan op de hoogte hoort te zijn, is het ter voorkoming van discussies achteraf toch verstandig de Belastingdienst op de hoogte te brengen. De belastingdienst stelt zich vaak op het standpunt dat btw op de onbetaald gebleven crediteuren door de fiscale eenheid moeten worden terugbetaald. Hier is vaak nog wel wat tegen in te brengen als dit aan de orde is!

Vragen over de fiscale eenheid in de btw?

De fiscale eenheid in de btw is op het oog eenvoudig, maar kent een aantal belangrijke aandachtspunten. Voor iedere situatie is de uitwerking weer anders. Het is daarom belangrijk om u van de gevolgen bewust te zijn en bij twijfel advies in te winnen. Heeft u een vraag over de fiscale eenheid in de btw? Onze fiscale specialisten denken graag met u mee! Neem gerust contact met ons op.

Jos Philips

mr. Jos Philips

076 - 30 34 627

06 - 57 71 53 82